Welke keuze in materiaal

Pastelkrijt staat bekend om zijn intense en levendige kleuren. Omdat pastelkrijt poederig is, kan het op een papieroppervlak worden aangebracht met behulp van verschillende technieken om unieke kleurovergangen en texturen te creëren.

Pastelkrijt bestaat in hard, middel en zacht krijt. Welk krijt het prettigst werkt, is persoonlijk. 

Ik gebruik een mix van Derwent, Caran d'ache, Stabilo en Schminke

.

Papierkeuze: Bij het werken met pastelkrijt is de keuze van het papier belangrijk. Kies een pastelpapier dat een beetje textuur heeft, zodat het pastelkrijt beter kan hechten. Pastelpapier is er in verschillende kleuren, waardoor je een achtergrond kunt kiezen die past bij je tekening.

Ook dit is zeer persoonlijk én je kunt het beste bepaald papier voor bepaalde technieken gebruiken.

Pastelmat geeft je de kans strak te werken.

Teintes mi touch papier (lijkt op schuurpapier) en kan gebruikt worden bij schilderachtig  werk.

Suéde karton maakt de vachten bij  dierenportretten aaibaar. 

Welke technieken zijn er

Er zijn verschillende technieken die je kunt gebruiken bij het werken met pastelkrijt om verschillende effecten en texturen te bereiken. Hier zijn enkele veelgebruikte technieken:

Schilderen: Met deze techniek kun je pastelkrijt gebruiken zoals aquarelverf. Bevochtig een penseel met water en veeg het over het pastelkrijt om een vloeibaar pigment te creëren. Breng dit vervolgens aan op het papier om een waterverfachtig effect te bereiken.

Schetsen en lijnen: Gebruik pastelkrijt om schetsen, contouren en lijnen te maken. Het zachte krijt kan gemakkelijk worden vervaagd of geveegd voor zachtere overgangen.

Vegen/Blenden: Gebruik je vingers, doezelaars, wattenschijfjes of speciale pastelblenders om kleuren te vervagen en te blenden. Hiermee kun je subtiele overgangen tussen kleuren creëren en schaduwen verzachten.

Laag op laag: Bouw je tekening op door lagen pastelkrijt aan te brengen. Hiermee kun je diepte en dimensie aan je kunstwerk geven. Zorg ervoor dat je tussen de lagen door fixatief gebruikt om ervoor te zorgen dat de krijtdeeltjes op hun plaats blijven.

Impasto: Je kunt pastelkrijt ook dik aanbrengen om een impasto-effect te creëren, vergelijkbaar met olieverfschilderijen. Dit geeft je tekening een driedimensionaal uiterlijk.

Stippelen: Door kleine stippen te maken met pastelkrijt kun je een interessante textuur en patronen creëren.

Masking: Gebruik masking tape of een stukje papier om bepaalde delen van je tekening af te schermen. Hierdoor kun je gemakkelijk werken aan specifieke gebieden zonder andere delen van je tekening te beïnvloeden.

Scraping: Gebruik een scherp mesje of een ander gereedschap om zorgvuldig delen van het pastelkrijt weg te schrapen om witte lijnen of details toe te voegen.

Mixen van mediums: Combineer pastelkrijt met andere media, zoals aquarelverf, inkt of kleurpotloden, om interessante effecten te creëren.

Hoe hou je pastelkrijt tekeningen goed?

Fixatief: Om ervoor te zorgen dat het pastelkrijt op zijn plaats blijft en niet uit het papier valt, is het gebruikelijk om na voltooiing een fixatief te gebruiken. Fixatief is een spuitbus die een dunne laag beschermende vernis over de tekening aanbrengt. Het is echter raadzaam om dit buiten te doen of in een goed geventileerde ruimte, omdat fixatief chemische stoffen kan bevatten.

nb: Een uitzondering is de papiersoort Pastelmat: hierbij wordt géén fixatief gebruikt. 

Bewaren: Omdat pastelkrijttekeningen gevoelig zijn voor beschadiging, is het raadzaam om ze onder glas te bewaren om ze te beschermen tegen vegen of vervaging. Je kunt ook een vel vloeipapier over de tekening leggen voordat je het inlijst om het contact met het glas te minimaliseren.

Inlijsten: Gebruik ajb Artglass, zodat de kleuren goed blijven en UV geen kans maakt. En gebruik een passe-partout om afstand tussen het werk en het glas te krijgen. Je kunt ook verdiept inlijsten (baklijst), dan is een passe-partout niet nodig.